Het kopen van een huis in Europa kost vandaag de dag veel minder dan in het verleden: de moeilijke economische situatie stelt ook de vastgoedmarkt op de proef. Het verlagen van de huizenprijzen is noodzakelijk om te zorgen dat de sector niet geheel verlamd, zeker in landen zoals Frankrijk en Nederland, waar het nooit nodig is geweest om “concessies” te doen. De luxe huizen in deze landen, een van de duurste van Europa, hebben een lichte prijsdaling ervaren.
De gevolgen van de crisis treffen ook Zwitserland, Zweden en Oostenrijk, waar de woningmarkt altijd redelijk gezond en actief is geweest. De markt voor luxe huizen in Zwitserland, blijven ondanks de crisis veel duurder als in andere landen. Een appartement in Bern, bijvoorbeeld, heeft een prijs die dertien keer hoger is dan een huis in Bulgarije. Het zelfde geldt voor Parijs, ondanks de inkrimping, dalen de prijzen daar niet, het is een van de duurste Europese hoofdsteden.
Misschien dat de voorkeur van beleggers uitgaat naar een stad zoals Sofie, Amsterdam, Wenen, Berlijn, Stockholm, Lissabon of Praag, waar de huizenprijzen, vandaag, niet alleen betaalbaar zijn, maar zelfs voordelig.
In Duitsland, heeft de regering besloten de toegang tot krediet te vereenvoudigen en het koopproces te versnellen. Dit heeft de sector al geholpen. Op het gebied van hypothecaire leningen worden er stappen gemaakt, zo ook in Zwitserland, waar ze de proberen om de bureaucratie te stroomlijnen om zo de wijze van het aankoopproces te versnellen en te vereenvoudigen, ondanks dat de prijzen nog steeds hoog zijn.
Het land waar het om dit moment het voordeligst is om een woning te kopen is zonder twijfel, Bulgarije, hier zijn de prijzen sinds 2008 niet meer zo laag geweest. Anders liggen de zaken voor de luxe huizenmarkt in Tsjechië, waar de markt vrijwel stabiel is. Het is nog steeds mogelijk prestigieuze huizen tegen gunstige prijzen te vinden bijvoorbeeld in Portugal.